Afspraak maken
U kunt direct een afspraak maken met één van onze manueel therapeuten
Sporten in een zaalkerkje
Op 9 oktober 1954 schreef een journalist in De Gelderlander: ‘… met dit kerkje van Oswald is Nijmegen zonder meer verrijkt met een bijou.’ Een bijou is De Wedren nog steeds. In 2006 kreeg het de status van gemeentelijk monument. Maar wat voor functie had dit gebouw voorheen, en wat herkennen we daar nu nog van?
Historie en verwoesting
In Nijmegen mochten doopsgezinden sinds begin zeventiende eeuw hun geloof uitoefenen. Rond 1655 waren er 70-160 doopsgezinden in de stad. Ze hielden weliswaar diensten, maar niet openlijk en niet op een vaste plaats. Die gelegenheid kregen ze pas in 1727 toen ze de beschikking kregen over een kerkgebouw, een schuilkerkje, aan de Arminiaanse Plaats, een pleintje vlakbij de Platenmakersstraat. De doopsgezinden zouden geen grote geloofsgemeenschap worden, maar in 1900 waren toch 300 leden bekend. Bij de bevrijding van Nijmegen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, in september 1944 is hun kerk door brand geheel verwoest. Zowel de kerk als de Arminiaanse Plaats zijn na de oorlog niet wederopgebouwd.
Ir. F.A. Oswald
Na de oorlog gaf de doopsgezinde gemeente opdracht een nieuwe doopsgezinde kerk met pastorie te bouwen, buiten het verwoeste stadscentrum. In de jaren 1951 en 1952 ontwierp architect ir. Frans Martinus Oswald, die zelf ook doopsgezind was, het kerkgebouwtje op de hoek van de Waldeck Pyrmontsingel en de Stenen Kruisstraat. Op 25 mei 1952 werd het zaalkerkje in gebruik genomen. Oswald was een typische wederopbouwarchitect, die werkte in de vrij traditionele stijl van Delftse school. Kenmerkend voor de Delftse school is het gebruik van natuurlijke materialen als baksteen, natuursteen en eikenhout. Die materialen zijn zeer aanwezig!
Na de oorlog had Oswald zich in Berg en Dal gevestigd. In Nijmegen heeft hij onder meer ook de lagere school aan de Lamastraat en de kleuterschool aan de Bongerdstraat ontworpen. Qua stijl zijn ze zeer vergelijkbaar met het kerkje!
Ontkerkelijking
Vanaf de jaren zestig begon de ontkerkelijking in Nederland. In 1965 waren er nog slechts 181 doopsgezinden in Nijmegen, en hun aantal nam verder af. Eind jaren tachtig heeft de doopsgezinde gemeente het pand aan de Waldeck Pyrmontsingel verkocht, want inmiddels was het aantal gemeenteleden weer verder teruggelopen. De overgebleven leden trokken in bij de remonstrantse kerk aan de Prof. Regoutstraat. De laatste predikant van de doopsgezinde kerk was ds. Johannes van der Meer, en het laatste kostersechtpaar de heer en mevrouw Wieringa. De laatste dienst werd op 24 november 1989 gehouden en hierin ging ds. J. Dijkstra voor. Na 1991 functioneerde het gebouw niet meer als kerk.
Hergebruik
Hergebruik van kerkgebouwen is momenteel heel actueel. In kerken zijn cafés gevestigd, appartementen, skatebanen, winkels, discotheken of, zoals in Arnhem, de regionale omroep Gelderland. In zekere zin was de ombouw van deze Nijmeegse doopsgezinde kerk tot fysiotherapiecentrum en sportschool een vroege voorloper van een trend die zich met de toenemende ontkerkelijking voortzette.
Interieur
Aan de buitenkant van het kerkgebouw is niets veranderd. En ook binnen is het gebouw vrijwel in tact gelaten. Op de begane grond zijn wel enkele grotere ruimtes – de gemeentezaal, de ruimte voor de Zondagsschool en de kerkenraadskamer – opgedeeld in kleinere behandelkamers.
In de bovenzaal, de trainingszaal, is veel van de vroegere bestemming bewaard gebleven. Vaag schemerde nog lange tijd de plaats van het kruis door het pleisterwerk. Hieronder stond tot 1989 de kansel. De centrale verwarmingen aan weerszijden van de zaal zijn authentiek, net als de ramen. Alleen werden die toen verduisterd door gordijnen in plaats van door luxaflex.
Op de vloer lagen grote plavuizen; omdat dat niet lekker sport, is er een houten vloer voor in de plaats gekomen. Aan de korte zijden van de kerkzaal waren verschuifbare panelen, om de ruimte te verkleinen. Voor kleine bijeenkomsten of gebedsdiensten bijvoorbeeld. De panelen zijn verdwenen, al werden ze korte tijd als ‘doel’ voor partijtjes voetbal gebruikt. Door de kerkgangers werd de externe trap (die nu naar de herenkleedkamer gaat) gebruikt; zij konden op die manier ofwel de kerkzaal of het balkon bereiken. De trap die zich nu binnen in de zaal bevindt, is dus niet authentiek. De huidige trap naar de dameskleedkamer was bestemd voor de ambtsdragers – de dominee en de koster. Bijzonder is dat de aangebouwde kosterswoning precies dezelfde vorm heeft als de kerk, alleen is deze kleiner en gedraaid.
Galerij en orgel
Tegenover de kansel, op de galerij, was het orgel. De precieze plek is nog aan te wijzen, daar waar de galerij iets uitsteekt (in een klein houten kastje naast het orgel werden wellicht de bijbels opgeborgen). Het orgel was in 1957 gemaakt door de firma Flentrop, een beroemde Nederlandse orgeldynastie. In 1990 is het orgel verkocht aan de doopsgezinde gemeente van Apeldoorn.
Boven, op de orgelgalerij hing het klokkentouw, dat verbonden was met de klok in het klokkentorentje op het dak. Of het systeem nog altijd werkte, is onbekend, wel is bekend dat de klok is gegoten door klokkengieterij van Bergen te Heiligerlee.
Onder de orgelgalerij liep de zaal door. Daar waar nu de dames- en herenkleedkamers zijn, stonden ook nog kerkbanken. Die banken waren in de lengte van de kerkzaal geplaatst, en lieten een middenpad vrij, zo ongeveer tussen kansel en orgel. Er was plaats voor 200 mensen – 140 in de zaal en 60 op de galerij. Wanneer de kerk niet voor diensten in gebruik was, werd de zaal, ook wel aula genoemd, voor lezingen verhuurd.
Storm en lekkage
Na de grote lekkage na een noodweer in de zomer van 2015 is besloten het verlaagde plafond te verwijderen en de kap weer open te maken. Bezoekers van de sportzaal kijken nu weer tegen het fraaie oorspronkelijke eikenhouten plafond aan. Overigens doen ook de huidige lampen denken aan de bolverlichting die er tot 1989 hing. Omdat de akoestiek na de verbouwing te wensen overliet, is aan de wand waar vroeger het kruis hing en waar de kansel stond, eind augustus 2017 een groot akoestisch paneel geplaatst. Op het paneel zijn rustieke sfeerfoto’s uit de natuur afgebeeld.
Al eerder, in februari 1965 ontsnapte de omgeving van het kerkgebouwtje aan een natuurramp toen de 600 kilo zware torenspits tijdens een hevige storm afbrak, en op het dak terecht kwam. ‘Het parmantige massief houten met lood beklede torentje werd door storm geveld.’ Gelukkig raakte niemand gewond, maar het ongeluk haalde wel de landelijke pers.